Verslag bijeenkomst IX-labs 12 november 2025

Op 12 november vond een digitale informatiebijeenkomst plaats met een aantal deelnemers die geïnteresseerd zijn in mogelijke deelname aan de IX Labs-call. Mede vanuit het oogpunt van gelijke informatievoorziening wordt hieronder een verslag van de bijeenkomst weergegeven. Belangrijk: IX Labs Call AL3.1 is op 17/11 (mede naar aanleiding van deze bijeenkomst) licht gewijzigd, zie ook: Call Update: IX Labs – aanpassing voorwaarden eigen bijdrage.

Noot: een PDF-versie van dit verslag is hier te downloaden.

De aanpassing van de call per 17/11 maakt duidelijk dat er een verschil is tussen steun en publieke middelen. Artikel 27 AGVV stelt dat de maximale steunintensiteit voor innovatieclusters 50% is (voor zowel investerings- als exploitatiesteun). Dat betekent dat de overige 50% niet uit steun mag bestaan. Inbreng kan dus wel bestaan uit dingen die voortkomen uit de bekostiging/subsidiëring van niet-economische activiteiten zolang deze passen binnen de wettelijke kerntaken van onderwijsinstellingen en onderzoeksinstellingen zoals door de Europese Commissie expliciet bepaald is in het O&O&I kader.

Belangrijkste punten

  • De IX labs call is bedoeld voor economische activiteiten, niet voor onderzoek.
  • Er zijn zorgen over de inzet van publieke middelen (NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd)
  • De call vereist een cofinanciering van minimaal 50% eigen financiering
  • Er is een dialoogfase gepland om vragen te beantwoorden en samenwerking te bevorderen.
  • Er zijn zorgen door een aantal van de aanwezige partijen geuit over de haalbaarheid van een duurzaam exploitatiemodel zonder publieke instellingen. (NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd)
  • Er is een behoefte aan duidelijkheid over hoe onderwijsinstellingen kunnen deelnemen. (NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd)
  • Er zijn vragen over de strategische visie en aansluiting van thematische labs in fase 2.
  • Er is een minimum subsidie van 125k euro per deelnemer vereist waar vragen over vaststelling van de hoogte van dit bedrag..
  • Er zijn zorgen over de samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen.(NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd)
  • Er is een positieve kijk op de mogelijkheden voor publiek-private samenwerking.

Samenvatting van de meeting

  • Economische vs. niet-economische activiteiten: Er is discussie geweest over het onderscheid tussen economische en niet-economische activiteiten, vooral in relatie tot universiteiten en kennisinstellingen. Deze call financieerrt alleen economische activiteiten. De aanwezigen vragen zich af waarom de programma eisen strenger zijn dan de toepassing van de AGVV-regels vereist.
    • NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd
  • Marktverstoring en pre-competitieve rol: De mogelijke marktverstoring door gesubsidieerde IX-labs werd besproken. De labs moeten geen directe concurrentie vormen met commerciële aanbieders. De scope van de call is ook nieuwe voorzieningen
  • Cofinanciering en deelname: Er is onduidelijkheid over hoe kennisinstellingen kunnen deelnemen aan IX-lab aanvragen, gezien de cofinancieringseisen. Er werd gevraagd om voorbeelden van constructies en samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. In de meeting waren partijen aanwezig die dit wel al praktisch hebben ingeregeld.
    • NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd
  • Beoordelen van de voorstellen: Er waren vragen over de beoordeling en inspraak vanuit de industrie; hoe voorkomen we dat er wordt geinvesteerd in rollen en functies waar de markt of waar kennisinstellingen al voorzien.
  • Businessmodel en kostprijs: De haalbaarheid van een commercieel duurzaam exploitatiemodel werd besproken, evenals de berekening van de kostprijs van een lab bij 50% subsidie.
  • Toegankelijkheid en spreiding: Er zijn vragen gesteld over de spreiding van IX-labs in Nederland, minimale openstellingstijden en de mogelijkheid tot parttime openstelling.
  • Praktische uitvoering en voorbeelden: Er werd gevraagd naar voorbeelden uit andere sectoren en hoe andere kennisinstellingen dit aanpakken.
  • Samenwerking bedrijven en kennisinstellingen: Bedrijven gaven aan dat samenwerking met kennisinstellingen lastig is als subsidies niet gecombineerd kunnen worden, terwijl kennisinstellingen juist willen bijdragen aan een stabiele basis voor labs.
    • NB dit punt is met de update van de call geaddresseerd

Bewerkte Transcriptie IX Labs Digitale Inloop

Aanwezig namens het CIIIC programma: Heleen Rouw (programmadirecteur CIIIC), Joram Nauta - TNO (trekker van de call AL3.1 IX Labs) en Gjalt Loots- TNO ( community manager IX labs), Ferry Hogeboom (CIIIC community manager).

We zitten ongeveer twee weken voor de sluiting van het insturen van de aanmeldingen voor de IX Labs call binnen CIIIC. Gaandeweg hebben we veel contact gehad met mensen die vragen hebben over deze specifieke call. We hebben zo goed als mogelijk alle vragen verzameld en die hebben we ook in de Q&A's op de website gepubliceerd.

Eerdere vragen hebben we zoveel mogelijk geprobeerd te beantwoorden, maar toch hebben we vanuit de community ook nog signalen gekregen dat mensen nog met de handen in het haar zitten. Of in ieder geval zorgen of vragen hebben over het vormen van die IX Lab.

We hebben zoveel mogelijk geprobeerd om deze bijeenkomst met iedereen te delen, en ook degenen die we hadden benaderd om te vragen het ook te delen.

Er zijn naast deze call natuurlijk ook andere mogelijkheden binnen het programma om aan te sluiten. De CIIIC Start call voor kennisinstellingen en onderzoek hebben we twee weken geleden geopend, waar je 50.000 euro per aanvraag zou kunnen ontvangen. Die sluit eind januari. Daar kunnen specifiek onderzoekers aanvragen indienen, en andere partijen en SME’s zouden kunnen aanhaken.

De CIIIC Kern call opent in het eerste kwartaal van volgend jaar. Deze calls is voor onderzoekers, in samenwerking met onder andere SME’s per aanvraag 300.000 euro beschikbaar. We verwachten later volgend jaar ook de CIIIC Pro call van 700.000 euro voor onderzoekstrajecten te openen.

Ondertussen zijn we ook bezig met het opzetten van de structuur voor de learning communities. Deze call wordt ingericht door NWO SIA , met inhoudelijke input die binnen de Human Capital actielijn de afgelopen maanden is opgehaald. Zo proberen we daar zoveel mogelijk reflectie aan mee te geven. De learning communities call is gepland voor opening in het tweede kwartaal van 2026.

Binnen de eerste ADRIE-call zijn vijf consortia geselecteerd die de onderzoeksfase inmiddels hebben afgerond. Deze consortia die de onderzoeksfase door zijn gegaan, hebben nu aanvragen ingediend voor de volgende fase. Daar gaat ook nog een selectieprocedure overheen, in januari zullen de geselecteerde consortia de tweede fase ingaan. Voor volgend jaar komt er in het eerste kwartaal een tweede ADRI-call cyclus voor het vormen van vijf consortia.

Gedetailleerde samenvatting:

Introductie en context van de IX labs call

  • De call is onderdeel van het CIIIC programma uitgevoerd door TNO. TNO is de indiener/penvoerder van de plannen bij het Ministerie OCW.
  • Er zijn veel vragen over de call, vooral over de vorming van IX lab aanvragen.
  • De call is bedoeld voor economische activiteiten, niet voor onderzoek.
  • Er zijn andere calls binnen het programma voor onderzoeksactiviteiten.
  • De call vereist een cofinanciering van minimaal 50% van eigen middelen.
  • Er is een dialoogfase gepland om vragen te beantwoorden en samenwerking te bevorderen.
  • De call is gericht op het creëren van een duurzaam exploitatiemodel voor IX labs.
  • Er zijn zorgen over de inzet van publieke middelen en marktverstoring.

Publieke middelen en staatssteun

  • Er zijn vragen over wat als publieke middelen wordt beschouwd.
  • Er is een staatssteuntoets die bepaalt of er geen stapeling van steun plaatsvindt
  • Er zijn zorgen over de deelname van kennisinstellingen aan de call.
  • Er is behoefte aan duidelijkheid over hoe onderwijsinstellingen kunnen deelnemen.

Exploitatiemodellen en marktwerking

  • Er zijn zorgen over de haalbaarheid van een duurzaam exploitatiemodel zonder publieke instellingen.
  • Er is behoefte aan een voorbeeld van een exploitatiemodel dat werkt zonder publieke instellingen.
  • Er zijn vragen over hoe marktverstoring kan worden voorkomen.
  • De vraag is of er voldoende behoefte is aan nieuwe, state-of-the-art faciliteiten voor de IX community. Partijen kunnen dit lastig inschatten. De andere CIIIC calls geven mogelijk onvoldoende zicht op de behoefte van inzet in een specifiek IX Lab
  • Er is een ondernemingsrisico verbonden aan het runnen van een IX lab.
  • Er zijn zorgen over concurrentie met bestaande commerciële faciliteiten.
  • Er is een behoefte aan checks and balances om marktverstoring te voorkomen.
  • Er is een positieve kijk op de mogelijkheden voor publiek-private samenwerking.

Strategische visie en fase 2

  • Er zijn vragen over de strategische visie en aansluiting van thematische labs in fase 2 (verbinding van het nationale IX Lab Netwerk aan de thematische IX labs).
  • De visie is om verschillende aspecten van het IX-veld te versterken.
  • Er is een behoefte aan samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen.
  • Er zijn zorgen over de garantie van gebruik van de labs door onderwijsinstellingen.
  • Er is een behoefte aan duidelijkheid over de rol van thematische labs in fase 2.
  • Er is een behoefte aan een integrale aanpak voor de verschillende calls.

Aanmeldingsproces en vereisten

  • Deelnemers moeten minimaal 125k euro subsidie aanvragen voor Fase 1.
  • Er is een zelftest publieke waarden die moet worden ingevuld.
  • Er zijn vragen over de deelname van kennisinstellingen aan de call.
  • Er is een behoefte aan duidelijkheid over de rol van consortia in de aanvraag.
  • Er is een mogelijkheid om in de dialoogfase consortia te vormen.
  • Er is een behoefte aan duidelijkheid over de rol van contract research.

1. Inzet van publieke middelen

Wij krijgen vragen binnen over de inzet van publieke middelen. We hebben best wel strak geantwoord in de manier waarop deze call is opgezet. Dat heeft te maken met de randvoorwaarden waarbinnen we dit programma organiseren, de randvoorwaarden vanuit het Groeifonds zelf, en ook de rol die het ministerie van OCW hierin speelt als subsidiegever

Het uitgangspunt van alle Groeifonds programma's is altijd geweest dat de overheid investeert en de markt investeert. Het is altijd de bedoeling geweest dat de private financiering meer dan de helft zou zijn, zodat er eigen geld van partijen wordt meegebracht.

Binnen de opzet van deze call hebben wij te maken met een bepaalde staatssteunregeling die zegt dat we maximaal 50% staatsteun mogen geven op economische activiteiten. Wij maken een call waarin we aangeven: we zoeken partijen die een IX lab op een duurzame manier gaan exploiteren als een economische activiteit. Daar zit dus ook risico bij - risico voor een ondernemer. Dat zou dus ook uiteindelijk kunnen betekenen dat een onderneming het misschien niet redt. Dat willen we natuurlijk niet, maar er zit ook een ondernemingsrisico aan vast. Vandaar de focus op een duurzaam businessmodel voor het IX lab.

Het runnen van een lab is een economische activiteit, het is geen niet-economische activiteit. Het is geen vorm van onderwijs waar een andere type bekostiging aan vasthangt.

Je wilt ook voorkomen dat je mogelijk later geld moet gaan terugbetalen. Uiteindelijk wordt er een subsidie verstrekt en er wordt verantwoording achteraf afgelegd over hoe je de middelen hebt besteed, en ook of je daar geen oneigenlijke staatsteun of andere middelen voor hebt ingezet.

Definitie publieke middelen: Publieke middelen zijn middelen die vanuit de overheid komen, vanuit EU-fondsen, vanuit regiosubsidies, gemeentelijke subsidies. Dat zijn allemaal middelen die als publieke middelen worden gezien.

De aanpassing van de call per 17/11 maakt duidelijk dat er een verschil is tussen steun en publieke middelen. Artikel 27 AGVV stelt dat de maximale steunintensiteit voor innovatieclusters 50% is (voor zowel investerings- als exploitatiesteun). Dat betekent dat de overige 50% niet uit steun mag bestaan. inbreng dus ook bestaan uit dingen die voortkomen uit de bekostiging/subsidiëring van niet-economische activiteiten zolang deze passen binnen de wettelijke /kerntaken van onderwijsinstellingen en onderzoeksinstellingen zoals door de Europese Commissie expliciet bepaald is in het O&O&I kader

2. Het aanmeldproces

Wij hebben er bewust voor gekozen om het aanmeldproces heel simpel te houden. We krijgen best wel veel partijen die aangeven: "ik moet al een compleet plan hebben".  Dat is dus niet nodig.

Het aanmelden zelf is relatief eenvoudig: het aanmeldformulier invullen en de zelftest publieke waarden meesturen. Dat is eigenlijk de drempel die we opwerpen om in die eerste fase mee te doen. Daar blijkt commitment uit dat je bereid bent om een aantal stappen te zetten.

Dat zou naar onze inschatting relatief eenvoudig moeten zijn. Het is vooral: wie ben je, wat heb je en wat wil je gaan doen, en ongeveer hoe wil je het gaan doen. En ben je ook in dit veld actief, en wat heb je dan al staan als je al in IX bezig bent.

Het vervolg is eigenlijk de dialoogfase. Ons uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk gemotiveerde partijen in die dialoogfase willen hebben. Die dialoogfase is echt bedoeld om met elkaar het gesprek te gaan. Het gesprek kan één-op-één gaan tussen TNO en jou als aanvragende partij of als consortium, maar dat gaat ook met elkaar.

We voorzien dat we een aantal bijeenkomsten hebben waarvoor we iedereen uitnodigen, waar we echt uitleg gaan geven: uitleg over hoe je de Excel zou kunnen invullen, hoe een businessmodel voor een IX-lab eruit zou kunnen zien, hoe je publieke waarden zou kunnen operationaliseren als je gaat hebben over het runnen van je IX lab.

We proberen echt jullie te helpen en te ondersteunen. Wij gaan geen keuzes voor jullie maken, maar we gaan proberen jullie een zo goed mogelijk voorstel te laten maken.

Een van de onderwerpen die we kunnen bespreken is samenwerking. Het is van belang dat we met elkaar een samenwerking gaan organiseren van samenwerkende IX-labs.

We doen dat om de twee weken met een bijeenkomst centraal in het midden van het land, en we bieden ook digitale mogelijkheden om in groepen, maar ook één-op-één met ons te sparren. We zijn op de achtergrond bezig om te kijken of we daar ook een platform voor kunnen maken dat op tijd in de lucht is om die uitwisseling te faciliteren en ook de informatiebereikbaarheid naar jullie als partijen te faciliteren.

Als je bent aangemeld, willen we je doorleiden naar dat platform waar je toegang toe krijgt, waar we informatie kunnen uitwisselen, Teams-meetings kunnen inplannen, noem het allemaal maar op.

3. Positie van de makers

We kregen ook een aantal vragen over de positie van de makers. Deze call is bedoeld voor partijen die een IX-lab gaan exploiteren op een economische wijze. Dat betekent dat partijen die in die IX-labs iets willen gaan doen, eigenlijk ook gaan betalen voor toegang tot die IX-labs. Een van de uitgangspunten is dat er een marktconforme prijs moet kunnen worden berekend - die partijen moeten betalen om gebruik te maken van die IX-lab.

Wij hebben natuurlijk andere regelingen - de ADRIE-regeling of andere calls van het CIIIC-programma - waarin partijen creatieve producties kunnen maken of daarmee kunnen experimenteren. Het betekent dat makers dus via die andere programma's een stuk financiering kunnen krijgen om in een IX-lab gebruik te kunnen maken.

We hebben in de call een hele lijst gegeven van onderzoekscalls en onderzoeksprogramma's die nog gaan lopen in het CIIIC-programma, zodat jullie houvast hebben over wat je de komende jaren kan verwachten wat er vanuit het CIIIC-programma gestimuleerd gaat worden.

Dat betekent niet dat die allemaal één-op-één in jullie lab terecht gaan komen, maar het zou wel heel goed kunnen dat als jullie je lab zo weten in te richten op de behoeften van de markt - niet alleen in de komende jaren maar ook de jaren daarna - dat je daar omzet uit kunt genereren.

De makers zijn dus waarschijnlijk niet de investeerders, niet de exploitanten en niet de eigenaar, maar misschien wel de gebruikers van je IX lab.

Discussie

Deelnemer 1 - Staatsteun en publieke middelen

Vraag over kennisinstellingen: Is het mogelijk voor kennisinstellingen om bij te dragen aan die 50% waarbij hun eigen bijdrage komt uit publieke instellingen, maar het is in beide gevallen eigen bijdrage die binnen de AGVV mag?

Specifieke vraag: Kan een kennisinstelling eigen inbreng doen?

Antwoord: deze vraag zijn in de update van de call meegenomen; het is dus mogelijk om zelf mee te financieren (zolang dit niet d.m.v. andere steunmiddelen plaatsvindt)

Verduidelijking over AGVV-regels: Voor kennisinstellingen zijn onderzoeksactiviteiten onderdeel van hun kerntaken en daarmee een niet-economische activiteit. Voor kerntaken van universiteiten kan in principe 100% staatssteun worden gegeven onder de AGVV-regels.

Joram: Maar onderzoek is geen onderdeel van deze call. Onderzoeksactiviteiten horen niet in deze call thuis. Wij financieren alleen economische activiteiten, geen niet-economische activiteiten.

Verantwoording: Betekent dit dat jullie bij de verantwoording van de in-kind bijdrage van kennisinstellingen gaan kijken binnen de kennisinstellingen hoe die in-kind bijdrage wordt gefinancierd?

Joram: Die verantwoordelijkheid ligt bij de kennisinstellingen om dat duidelijk te maken hoe zij hun eigen aandeel financieren.

Deelnemer 2 - Marktverstoring en concurrentie

Context: Vragen vanuit de industrie/markt over precompetitieve functie van labs en het voorkomen van concurrentie tussen gesubsidieerde IX labs en bestaande faciliteiten.

Vraag: Hoe borg je dat het precompetitief is? Hoe borg je dat er geen faciliteit wordt gesubsidieerd die een aanbod aanbiedt dat ook een commerciële partij aanbiedt?

Joram: Ze zijn niet per se precompetitief. Ze zijn bedoeld als innovatiecluster waarin uiteindelijk een duurzaam verdienmodel voor die labs moet ontstaan. We zijn op zoek naar nieuwe, vernieuwende state-of-art faciliteiten die de volgende stap kunnen betekenen voor de IX-community. Als die (open/bereikbaar) faciliteiten al bestaan dan zijn ze de plannen dus niet nieuw

Vervolgvraag: Maar de activiteiten die daar plaatsvinden zijn geen activiteiten die op dit moment al gefaciliteerd worden door commerciële operators?

Joram: We zijn op zoek naar nieuwe nieuwe faciliteiten.

Complexe vraag over governance: Aan de ene kant: hoe borg je dat er geen activiteiten plaatsvinden die je commercieel ook kunt? Aan de andere kant: hoe borg je dat een commerciepartij niet de dag daarna hetzelfde gaat doen terwijl jij met dure afschrijvingen zit? Zijn er voorbeelden van commerciële exploitatiemodellen? En hoe werken de checks and balances - wie controleert TNO op dit gebied? In hoeverre heeft de industrie, met name de facilitaire partijen die dit soort plekken ook inrichten, inspraak? Is dat bijvoorbeeld de adviesraad?

Joram: Het gaat vooral over de behoefte. Hoe toon je aan dat jouw faciliteit niet marktverstorend werkt? Voor die behoeftes is dit programma bedoeld geweest. Er is geconstateerd dat er behoefte is aan nieuwe state-of-art IX-labs die werken met publieke waarden en die ondersteunen bij de ontwikkeling van de creatieve industrie.

We vragen partijen niet alleen een IX-lab neer te zetten, maar ook duurzaam te exploiteren met een exploitatieplan waarin ze proberen aan te geven voor welke doelgroepen ze welke faciliteiten aanbieden en hoe ze dat duurzaam kunnen exploiteren. Er is een zeker ondernemersrisico dat we introduceren waarbij het aan de ondernemer zelf is om aan te tonen hoe zijn toevoeging aan het landschap van faciliteiten die er al zijn uiteindelijk in stand blijft op een duurzame wijze.

Uiteindelijk vragen wij natuurlijk aan partijen om een businessplan te maken met een exploitatieplan van hun voorziening, waarin zij proberen aan te geven voor wat voor doelgroepen zij welke faciliteiten aanbieden en hoe zij dat uiteindelijk duurzaam kunnen exploiteren. We hebben een beoordelingscommissie die goed op de hoogte is van wat er speelt nationaal en internationaal, die weet wat er al is en welke toevoeging je eigenlijk wilt doen aan het IX landschap. Het is aan hen om te beoordelen hoe dat plan wat wordt gepresenteerd door de indienende partij gaat werken.

Verfijning: Maar per definitie niet in concurrentie met faciliteiten die commercieel worden uitgebaat?

Joram: Waarom zou dat niet kunnen? Je krijgt geen 50% korting - je moet een marktconform tarief hanteren.

Illustratie: Je hebt een tankstation en jij gaat ook een tankstation openen maar je krijgt 50% korting - dat kan toch niet?

Joram: Maar je krijgt hier geen 50% korting, je moet een marktconform tarief nog steeds hanteren.

Deelnemer 3 - Samenwerking met onderwijs/onderzoek

Achtergrond: Bedrijf dat al honderd jaar exploitatie doet van locaties en ook ontwikkeling. Zagen deze subsidie als brandstof voor het opzetten van een businessplan om bepaalde risico's af te dekken en het kip-ei-probleem te overbruggen.

Kernprobleem: Alle investeerders en bedrijven vragen: hoe heb je commitment van onderwijs en onderzoek dat ze ook gebruik gaan maken van je diensten? Als het lab er eenmaal staat, moet er commitment zijn dat er vraag is, en die kun je niet baseren op mogelijke subsidies die je mogelijk binnenhaalt binnen de CIIIC-calls.

Marktobservatie: Kleine creatieve makers gaan helemaal niet marktconforme tarieven betalen in een soort premium lab - daar hebben ze het geld niet voor. Bij de laatste honderd projecten (trainingen voor politie, Nederlandse Spoorwegen, Boskalis) hebben we bij geen enkel project een lab nodig gehad omdat productie overal is, niet geconcentreerd op één plek.

Probleem: We kunnen het wel bedrijfsmatig recht rekenen, maar aan de vraagkant kunnen we geen commitment krijgen van onderzoek- en onderwijspartijen die continuïteit zouden kunnen geven, omdat die er tegenaan lopen van "ja, ik wil wel 10.000 euro per jaar aan jou betalen, maar hoe krijg ik dat terug?"

Een lab recht rekenen met puur de huidige commerciële marktvraag is alleen mogelijk als ASML alles gaat financieren, maar dat is niet de bedoeling.

Joram: Dit is het ondernemersrisico wat je in deze call tegenkomt. Als je gaat investeren, heb je daar dan een markt voor? Wat deze call financiert is een stuk investering, maar je kunt ook in je exploitatieactiviteit ontplooien om mensen naar jouw lab toe te krijgen. Dat betekent nog niet dat je die ook gegarandeerd als klant aan je bindt. Het is een stimuleringsregeling om dat lab functioneel op orde te krijgen en qua exploitatie op termijn ook.

Vervolgprobleem: De exploitatie is afhankelijk van je startconditie. Als je gewoon een lab begint met een paar bedrijven, dan mis je een heel belangrijke exponent: onderzoek en onderwijs. Bedrijven gaan niet zelf fundamentele algoritmes ontwikkelen - dat is niet core business. Wij gaan naar het onderzoeksveld toe. Het wordt heel moeilijk gemaakt om als bedrijf die samenwerking te borgen met bijvoorbeeld onderwijsinstellingen, omdat die vastlopen in hoe zij middelen kunnen toekennen, zelfs tijdens de exploitatiefase.

Joram: Hoe het programma ooit is opgezet en hoe de uitwerking nu in al die verschillende regelingen zit, is dat er allerlei verschillende puzzelstukjes zijn die er samen voor moeten zorgen dat we een mooie puzzel kunnen maken. Alleen in de calls van het CIIIC programma zelf zie je dat dat wel opgehakseld is. Dit is precies zo'n probleem waar je tegenaan loopt. Omdat we te maken hebben met zekere versnippering in de calls en regelingen per call, is dat best ingewikkeld geworden. Dat is wel aan de voorkant een van de voorwaarden geweest waarom we dit geld hebben kunnen krijgen Dan is die integraliteit moeilijk in één call te vatten.

Mogelijke oplossing: Stel een onderwijsinstelling zou zeggen: wij hebben deze faciliteit en geven in gebruikslicentie exploitatieruimte aan een commercieel bedrijf. De gehele exploitatie loopt via een commercieel bedrijf maar via een lease-constructie met een onderwijsinstelling. Is dat op te voeren?

Joram: Het biedt mogelijkheden. Als je als co-investeerder in dat lab zit, dan biedt het de mogelijkheid om op andere voorwaarden toegang te krijgen. Het staat ook beschreven in de call dat daar andere tarieven kunnen worden gehanteerd voor partijen die aan de voorkant ook financieel mee-investeren in het lab.

Verduidelijking: Je hebt een studio die 30% van de tijd leegstaat. We spreken met een instelling af dat die 30% gegeven wordt aan de commerciële uitbater van het IX Lab met een overeenkomst over toekenning en boeking. Kan op die manier een onderwijsinstelling bij de call?

Joram: Te complex construct om nu ja of nee op te zeggen.

Deelnemer 4 - Niet-commerciële vs commerciële staatssteun

Eerste vraag: Er worden binnen staatssteun twee vormen gezien: niet-commerciële staatssteun (onderwijsactiviteiten) en commerciële staatssteun. Zit daar ruimte om dit probleem op te lossen?

Joram: Ik behandel deze vraag als of het gaat om economische en niet-economische activiteiten waarvoor een bijdrage in de kosten mogelijk. Deze call is alleen bedoeld voor economische activiteiten. Je krijgt op niet-economische activiteiten geen subsidie. Onderwijs, als het in het kader van een regulier onderwijsprogramma is, is niet- economisch en valt buiten de scope van deze call. Het gaat bij ons over economische activiteiten waar partijen voor betalen.

De update van de call op 17/ 11 biedt voor deze vraag mogelijk ook het antwoord.

Tweede vraag over strategische visie: In de hele visie van IX Labs zat het idee om infrastructuur uit te rollen en in fase 2 thematische labs aan te koppelen. Als IX Labs puur economisch worden uitgebaat, twijfel ik aan de aansluiting van de thematische labs in fase 2. Hoe zien jullie dat?

Joram: Fase 2 vindt plaats rond de helft van de looptijd. Dat zijn de thematische labs die programmatisch door NWO/ Regieorgaan SIA worden uitgezet, ook onder AGVV 27.

Heleen: Het programma probeert verschillende aspecten van het IX-veld te bedienen - onderzoek, marktwerking, toepassing, artistiek - om vanuit alle perspectieven mogelijkheden te bieden en het verdienvermogen van de sector te versterken. De gedachte is dat verbindingen via die calls van Regieorgaan SIA lopen. Dat is wel de gedachte van het programma geweest. Of dat voldoende is voor partijen die twijfelen, dat is dan het kip-en-het-ei verhaal als die calls nog niet allemaal openstaan. Dit is wat je krijgt als je met regelingen werkt . De visie is dat het met elkaar moet samenhangen en elkaar moet versterken zodat alle partijen samenwerken om dat veld sterker te maken. Maar in de praktijk zijn die regelingen allemaal net even bepaald door allerlei regels die eronder liggen, waardoor het niet een vanzelfsprekendheid is.

Vervolgvraag: Wat is jullie plan B? Wat als er weinig aanvragen komen en blijkt dat er geen garantie is op gebruik? Gaan jullie bijsturen?

Heleen: Natuurlijk zijn dit punten die we met OCW terug zullen koppelen. Natuurlijk zullen we in de gaten houden wat er gebeurt met de inzending. Maar het is heel lastig om aan de voorkant al te zeggen: we gaan nu stoppen, we gaan het anders doen.

Joram: Tegelijkertijd horen we ook heel veel partijen die wel zeggen dat dat werkbaar en mogelijk is. Wij horen nu partijen die zeggen het past niet goed, maar tegelijkertijd horen we ook andere partijen die wel dat signaal afgeven: dit is best prima te doen, wij lopen niet tegen grote problemen aan. De proof of the pudding is in the eating. Wij hebben deze call zo uitgezet, die gaan we ook niet op hoofdvoorwaarden veranderen. Dat kan ook niet meer.

Deelnemer 5 - Meerdere locaties en samenwerking

Positieve reactie: "Ik ben juist wel positief, want ik zie juist wel heel veel kansen." Vanuit een campus net boven Amsterdam: "Dit is precies wat wij al jaren doen - tussen publiek, kennis en commerciële activiteiten iets voor elkaar krijgen in een gezond exploitatiemodel. Daar zit een deel ondernemerschap in."

Vraag: Er zijn vijf labs bedacht en ik heb drie plekken die samen met ons in één call zouden willen. Moet ik ze apart indienen of met die anderen als drie labs tegelijkertijd?

Joram: Ik ga geen antwoord geven op je vraag omdat ik vind dat je die keuze zelf moet maken - daarmee zou ik je mogelijk gaan sturen.

Verduidelijking: Kan het beide? Mag het gezamenlijk?

Joram: Ja hoor. In de dialoogfase is het mogelijk om tussen aanmelders en tussen partijen nog te schuiven in de consortia.

Aanbod: "Wij werken veel met onderwijsinstellingen en daar zien wij wel meerdere mogelijkheden in hoe je een publiek-privaat initiatief exploiteerbaar kunt maken. Daar zou ik jullie in kunnen helpen indien gewenst."

Aanvullende discussie

Deelnemer 3 (aanvulling): "Ik ben het daarmee eens. Er is zeker een verdienmodel, dat zie ik ook. We doen ook al jaren dit soort dingen. Alleen het is met name zo dat naar mijn idee de samenwerkingsrelatie met onderwijs en onderzoek - dat is juist de kans om die te integreren en andere vormen van commitment te realiseren. Puur alleen maar commercieel is nu voornaamlijk moeilijk."

De update van de call op 17/ 11 biedt voor deze vraag mogelijk ook meer mogelijkheden

Praktische vragen

Minimale subsidie per deelnemer: In de call staat dat deelnemers minimaal 125k subsidie mogen ontvangen. Betekent dit dat alle partijen in het IX-lab minimaal 125k subsidie moeten aanvragen plus 150k aan cofinanciering moeten meebrengen? Ook een kennisinstelling?

Gjalt: Dat klopt.

Afsluiting

Gjalt: We nemen de vele vragen uit de chat mee. We blijven beschikbaar voor vragen en antwoorden, niet altijd op een plenaire manier zoals deze. We zijn positief verrast over de belangstelling, maar zien tegelijkertijd dat het ongelooflijk leeft.

Technische punten:

  • De zelftest publieke waarden is via een andere link op de website te vinden
  • Het aanmeldingsformulier had een kapotte link die gerepareerd wordt
  • Er zijn verschillen in terminologie (zelftest vs zelftoets) die rechtgetrokken worden

Joram: Weet dat wij hier niet 24 uur per dag mee bezig zijn, maar wel zeer zorgvuldig en nauw contact met OCW hebben over hoe we dit moeten lezen en doen.

Conclusie

Het programma probeert alle aspecten van het IX-veld te bedienen - onderzoek, marktwerking, toepassing en artistieke aspecten. De visie is dat alles samenhangt en elkaar versterkt, maar in de praktijk maken verschillende regelingen en versnippering dit complex.

Er is duidelijke bezorgdheid over de haalbaarheid zonder betrokkenheid van publieke instellingen en over de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Tegelijkertijd zijn er ook partijen die aangeven dat het wel werkbaar is onder de huidige voorwaarden. De komende periode en de uiteindelijke inzendingen zullen uitwijzen hoe dit uitpakt in de praktijk.

Met de update van de call op 17/11 zijn naar verwachting een aantal van de zorgen weggenomen.